woensdag, december 26

Sfeer

Waarheid

Na de ruzie heb ik Benjamin dagen niet gezien. Ik wist niet wat dit te betekenen had en waar hij uithing. Ik voelde mij eenzaam en verlaten, was ik dan toch te streng voor hem geweest? We hebben wel een soort van vage relatie gehad, maar zo serieus nam hij die toch niet?
Ik dacht terug aan de tijden met hem, de tijden dat wel elkaar steunden in wat voor een situaties dan ook, en begon hem toch steeds meer te missen. Ik wilde niet toegeven aan dit gevoel en begon hard te werken, hierdoor werd ik afgeleid van mijn gedachten en kwam er een flinke vooruitgang in mijn rapport. Ik was nog steeds zeker dat ik hier niet thuis hoorde en was nog steeds van plan hier zo snel mogelijk uit te komen.
Na lange zware dagen vol met hard geploeter stortte ik mij vermoeid in mijn bed. Ik viel snel in slaap en werd rond middernacht weer wakker. Ik rekte mij uit toen ik iets voelde kreukelen. Ik stopte met mijn beweging en voelde onder mijn rug, waar ik een briefje vond. Vol verbazing deed ik het licht aan en begon het te lezen:

Lieve Sophie,

Het spijt mij van alles, maar voor alles is ook een verklaring. Ik ben je veel uitleg verschuldigd, jij was altijd eerlijk tegen mij maar ik niet tegen jou, ik kon alles niet meer aan en ga je alles opbiechten. Als eerste moet ik je wat zeggen, maar voordat je verder leest moet jij mij beloven dat je heel de brief leest, dat is van belang. 
Ik ben hier weggegaan. Ik mocht al een tijdje weg maar hield mij iets langer hier. Dit deed ik allemaal uit liefde voor jou. Ik wilde je beschermen en het leven hier voor jou makkelijker maken. Ik geloof net zoals jij dat jij hier niet thuis hoort. Ik sta dichter bij je verhaal dan je denkt, maar dit kan ik je niet in deze brief uitleggen, dat is te gevaarlijk.
Ik wil je ook uitleggen waarom ik hier bleef toen jij die dag wegging, toen ik had verzonnen dat ik eten had gekocht. Dit was natuurlijk niet waar, wat jij denk ik al wel door had. Ik heb mijn punten aan iemand anders gegeven, iets wat ik belangrijker vond. Het deed mij zoveel pijn toen ik je zo gebroken en boos op mij zag, dat ik bijna alles wilde opbiechten, maar dit heb ik gelukkig kunnen weerstaan, anders zou jij zeker actie ondernemen. Ik heb mijn punten namelijk gegeven aan degene die het het minste verdient, maar begrijp mij niet verkeerd, ik deed het voor jou. Ze zou jou hierna niet meer lastigvallen en tot nu toe heeft ze zich hieraan gehouden. Ik weet dat ze je zal blijven ontwijken, maar zorg alsjeblieft ook hiervoor. Stap niet op haar af, verpest alsjeblieft niet alle moeite die ik voor je heb gedaan, je moet weten dat ik dit allemaal voor jou heb gedaan, ook al vatte jij alles net verkeerd op.
Zoals ik al zei, mocht ik hier al langer weg, en ben ik ook weggegaan, omdat jij toch niets meer aan mij had. Ik zal voor altijd uit je leven verdwijnen, aangezien iemand mijn plaats heeft ingenomen. De reden dat je mij al een paar dagen niet meer hebt gezien is hierdoor denk ik ook wel duidelijk, de laatste dingen voor mijn vertrek moesten namelijk worden geregeld. Als jij dit leest ben ik al weg. 
Sophie, wil je mij alsjeblieft nog één ding beloven. Blijf braaf, dit klinkt stom, maar houd je alsjeblieft gedeisd. Ik heb gezorgd voor wat verspoedingen in je proces en als je zo door blijft gaan ben ook jij snel vrij. 
Ik houd van je en zal je nooit meer vergeten.

Liefs, 
Benjamin

De brief begon te vervagen door mijn ogen die waren volgelopen met tranen, een traantje verliet mijn oog en spatte uiteen op de brief. Ik legde hem trillend onder mijn kussen. Veel vragen waren antwoorden geworden, maar ook veel vragen waren gevormd. Ik voelde mij bedrogen, een pion in één groot spel, maar voelde ook sympathie voor Benjamin. Het enige wat hij wilde was dat ik gelukkig was, en ik heb hem zo grof behandeld. Ik kreeg flinke bonkende hoofdpijn en zakte neer op mijn bed. Ik viel in slaap met het zinnetje wat ik steeds opdreunde: zoek niet naar antwoorden, maar probeer eerst hieruit te komen.

donderdag, oktober 25

Sfeer

Donker

Waar ben ik? Het voelt alsof ik in één groot donker gat zit, en ik niet weet hoe ik eruit moet komen. Alsof ik tastend in het duister het leven door ga en ik heel soms de uitweg zie, maar als ik er bijna ben, ik opnieuw in de duisternis val. De hoop om ooit uit die duisternis te komen wordt steeds kleiner, maar ik zal hem nooit verliezen. Maar een nog belangrijkere vraag was: waar was ik mee bezig? Was ik het mijzelf moeilijk aan het maken, of maakten andere personen het mij moeilijk? Veel weet ik niet zeker, maar één ding staat redelijk vast: ik ben in de war. Ik weet het allemaal niet meer, toen ze zeiden dat veel mensen in dit soort van gesticht gek werden dacht ik dat ik het zou volhouden, maar daar krijg ik steeds  minder vertrouwen in. Ik dacht dat ik anders was, ik zit hier immers onterecht. Wat als ik straks ook gek ben? Ik wil hier niet meer zijn, ik moet hier wegkomen voordat ik helemaal gek word. Laat ik proberen het hier zo lang mogelijk uit te houden, en het is dan handig om alles op een rijtje te zetten. Wat wil ik? Wat is nou mijn doel? Ik denk hieruit komen, dat is de eerste stap, en die voltooien gaat al een hele opgave worden. Ik zal mij voortaan netjes moeten gedragen, niks fout doen, en zo normaal mogelijk te reageren als het kan, als ik dit lang volhoud komt het goed. Wat wil ik daarna? Waar verlang ik nou echt naar? Het was moeilijk toe te geven, ook al was het alleen aan mijzelf, maar ik denk dat ik toch stiekem verlangde naar hem, Bart. Ik weet niet wat ik hiermee moet, het is onmogelijk, maar ik zie wel wat de tijd brengt.

De dagen gingen voorbij, ik hield mij koest en netjes aan alle regels. Ik gedroeg mij als een volkomen normaal mens en negeerde alles wat tot een probleem zou kunnen leiden. Mensen roddelden over mij, ik hoorde alles, maar deed alsof ik van niets wist. Ze vonden mijn gedrag opmerkelijk en probeerden mij soms uit de tent te lokken, maar ik ging het niet hierdoor laten verpesten. Ik was vastberaden van mijn nieuwe lotsbestemming. Van Benjamin had ik ook niets meer gehoord sinds ons laatste gesprek, hij negeerde mij en ik hem. Alleen ging daar nu verandering in komen, hij kwam net op mij af gelopen.
''Sophie, dit moet stoppen, wat is er aan de hand?''
''Wat bedoel je, ik doe niks fout, ik leef rustig mijn leven hier.''
''Je weet wat ik bedoel, je gedraagt je anders, dit is niet hoe jij bent, alsjeblieft vertel mij de waarheid.''
Hij begon nu smekend te klinken, maar mijn woede begon alsnog op te borrelen, nee Sophie, dit mag niet gebeuren, houd je in, niet nu je al zover bent...
''Jij weet niets over hoe ik ben, bemoei je er alsjeblieft niet mee en laat mij met rust,'' zei ik zo koeltjes mogelijk, iets wat ik normaal in woede zou hebben gezegd.
''Sophie, ik zweer het, ik laat je met rust zodra jij mij verteld waar je mee bezig bent, of wat er is gebeurd wat dit tot gevolg heeft, ik weet dat je iets voor mij verbergt, en wat het ook is vertel het me, dan zal ik je daarna met rust laten. We moeten eerlijk tegen elkaar zijn, nietwaar?''
Ik dacht goed na over wat hij zei, en hij had op de een of andere manier wel een punt, wat had ik te verliezen? Hij zou mij daarna niet meer lastigvallen, een groot voordeel.
''Ik wil hier zo snel mogelijk weg, ik word hier gek als ik niet snel wegga. Heel mijn leven is een grote wanorde en ik verlang naar het leven van hierbuiten. Ik hoor hier niet, ik zit hier onterecht, weet je nog? Ik wil echt leven, niet hier als een kasplantje doodgaan, ik wil vrijheid en terug naar de persoon die mij het mooie leven liet zien.''
Benjamin keek mij begrijpelijk aan en zag er opgelucht uit, het leek alsof hij alles snapte totdat zijn gezicht opeens betrok.
''Wat zei je? Welke persoon? Wie heb je ontmoet en wanneer?'' Benjamin klonk opdringerig, te opdringerig, bijna bezitterig, dit was niet goed, maar hij had recht op de waarheid, hoe hij ook reageert.
''Ik heb iemand ontmoet toen ik hier twee dagen weg was, iemand speciaals, op wie ik verliefd ben geworden.''
Benjamin keek mij ontzet aan.
''Verliefd? In zo een korte tijd? Volgens mij weet je niet eens wat verliefd zijn is, belachelijk Sophie, belachelijk.''
Nu werd ik heel boos, hoe kon hij zo over mij praten? Na alles wat hij mij geflikt heeft ook nog zo gemeen doen?
''Dit meen je niet, hoe kan je dat zeggen? Ik ga er niet eens op reageren, ik ga niet meer mijn tijd verdoen met jou, vergeet het maar, tot ziens Benjamin!''
Ik stormde woedend de zaal uit, maar gelukkig had niemand het door, ik kon mijn reputatie niet aan hem verliezen. Ik zou mij vanaf dit punt alleen nog maar focussen op mijn ene doel, niks stond mij meer in de weg, Benjamin verlaten was opeens veel makkelijker geworden, dat is ook weer opgelost, het ging de goede kant op.

dinsdag, oktober 9

Moments

The small things, the little details in life you forget, because they're so little, these are the most important ones.   The feeling of being happy is from understanding what you've got. The way to happiness how I see it, is enjoying every tiny little piece in life, the beautiful nice things. You've to see what are the important things to remember and to think of. Everyday something nice or funny will happen, and you've to enjoy that moment. What life makes beautiful in general, are those little moments of happiness, those little moments you enjoy all together. You only live once, so do it in the right way, you've only one chance. Don't think back of everything what went wrong, but don't look in the future, too, but live in the present. If you think all the time of other things, you can't enjoy what's happening on the moment of thinking, so if you do this all the time you aren't conscious of the beautiful things on that moment. The things that are most important in live, you'll simply miss, that's a pity, don't you think?

donderdag, september 20

Cellphone back, life back

Is a cellphone that important for a teenager? Do we really need the newest cellphones?
I lost my cellphone for a week, because I had to send it away to repair it, but fortunately my brother had a cellphone that I could use. Immediately I downloaded whatsapp, so I could follow everything in my friends life. If I hadn't a cellphone that quickly, I would go crazy. I would feel like I miss everything in the social world, I check twitter, facebook and whatsapp all the time. Living without seems impossible. Okay, maybe I'm overreacting, impossible is a big word, but living without a cellphone would make me feel like I'm isolated from the world. 

Do we really need to have contact with everybody, to check twitter all the time? No, I think it's not necessary, and of course you can have a social life without all the social network stuff, but being able to see what's happening in everybody's life is very interesting and addictive. I want to know what's going on in the world, and my way of finding out is checking twitter and facebook. 

If you know what's going on, you feel so, relieved... I'm always scared I miss something very exciting or interesting or even important. But maybe, if I would delete my twitter and facebook account, I can live without the feeling of missing things. Okay, I think it takes time, but I started with no contact to complete contact, so I can go back to the beginning. 

The important question is: do I want to go back? To the time I didn't have a smartphone? The answer is simple and predictable: no. Of course I don't want to, it's not that social network has a bad influence on me, it actually helps in my life: if I have a question or something, or I want to contact my friends, this is much easier than texting or calling.

I have my smartphone for only three months, but I'm already totally settled down in the social network world. It's like I never lived without it, but I like the feeling of exactly knowing what's going on in the world. It has become a part of my life, and I'm happy with this change. I admit, sometimes I'm a little bit addicted to my cellphone, but the most of the time I can resist the urge.

maandag, september 17

Stay positive

Sometimes life is hard, so be it. I know how it feels, maybe in another way than you do, but I think everybody has their own troubles. I'm a very positive person and I'm trying to make the best out of everything I do. There are many things I hate about life, but if you only think of that you're going to make it even worse. If you stay positive by everything you do, you'll enjoy everything more. Live for the moment, and don't think about stupid things in the future, because it makes no sense. If you think about it, you'll only worry about it, and the situation is not going to become better or something. The only thing you achieve is ruining the moment you think about that little thing in the future. That thing is in the future, so let it stay there! But if the moment is there, and you feel like everything is against you and you think life can't be worse, try to think: it can be worse. And yes, sometimes you think it can't, but it always can. This will help you, it helps me in any case, to come through the hard stuff in life.

My point is: stay positive, how worse the situation is, and don't forget to keep smiling! It sounds very cheesy,  but it actually works! Life is much easier for me, because I see everything on the bright side. Of course you can't have always a good day, and I haven't either, but I'm trying to make every day a good day, and for the most days it really helps.

This means I'm not always a very happy and lucky person, because, like I said, everybody has their own troubles and a day to forget, but I try to have less this sort of days.

A new, fresh start

I don't want to change my blog completely, but from now on I'll do it differently.
I don't know what the exact changes are going to be, but one of them is that I'm going to try to write in English, so more people can actually read it and it's a good way to improve my English skills.

I hope you enjoy reading my blog!

zaterdag, april 28

Sfeer

Reflectie

Dagen gingen voorbij, sinds ik weg was geweest heb ik niet meer het gevoel gehad dat ik echt leefde. Daarvoor wist ik niet wat ik miste, ik dacht dat het mijn leven was, mijn lot, maar ik weet nu dat dat niet zo is. Ik weet niet hoe lang ik het ga volhouden hier, maar ik zal hier wegkomen, alles is beter dan dit. Het voelt als een grote leegte vanbinnen, alsof ik iets mis, eerst wist ik niet dat ik iets miste, maar nu weet ik wel dat ik iets mis en ook wat het is. Het is moeilijk in woorden uit te drukken maar ik denk dat het het dichtst in de buurt komt van vrijheid.
''Sophie!'', ik werd uit mijn gedachten gehaald door Benjamin, we hadden het een soort van bijgelegd, alhoewel ik het hem niet vergeven had, deed ik van wel. Ik heb geen zin meer in ruzie en ingewikkelde dingen, ik heb nu wel andere dingen aan mijn hoofd.
''Je bent er de laatste tijd niet echt bij hè?''
Ik denk dat dit een retorische vraag was, ik ging er maar vanuit, en keek hem even aan alleen om te laten merken dat ik hem had gehoord.
''Is er iets gebeurd toen je weg was? Je hebt er niet heel veel over verteld...'', hij keek mij nieuwsgierig aan en wachtte op een antwoord, een antwoord waarin ik geen zin had om te geven.
''Ik heb wat rondgelopen, meer niet...'', antwoordde ik verveeld.
''Vertel je mij wel de waarheid? Vertrouw je mij soms niet meer? Alsjeblieft Sophie, vertel mij wat er aan de hand is!''
''Natuurlijk vertel ik de waarheid! Wat heeft het voor een nut om te liegen? Er is niets, hou er alsjeblieft over op!'' Ik begon nu echt geïrriteerd te raken, ik haatte dit soort gesprekken.
''Maar... je lijkt zo veranderd sinds je weg bent gegaan, ik ben bang dat ik nooit meer de oude Sophie terug zal zien.''
''Egoïst!'' Benjamin keek mij niets begrijpend aan.
''Ik ben misschien wel veranderd, maar dat hoeft niet slecht te zijn! Je denkt alleen maar aan jezelf, wanneer was je er voor mij? Toen ik werd gepest? Toen ik werd geslagen? Toen ik wegging en jij je belofte brak? Denk je dat dit mij allemaal niets doet? Denk je dat ik gewoon vrolijk door kan leven? Jij maakt je alleen zorgen om hoe ik was, de makkelijke Sophie, die alles goed vond en overal in meeging, makkelijk voor jou ja! Ik kan je één ding vertellen: zo ben ik niet meer! Ik leef ook nog een leven!'' Ik spuugde de woorden uit, alsof ik iets walgelijks zei en staarde Benjamin doordringend aan voordat ik weg stormde uit de eetzaal.
Aangekomen in mijn kamer, wist ik even niet meer wat ik moest doen. Nu ik Benjamin kwijt was, had ik niemand hier. Het geluk wat ik dagen geleden voelde, was er niet meer, het was allemaal omgekeerd, omgekeerd in ongeluk.

maandag, april 2

Sfeer

Fel Wit Licht

Ik stapte mijn kamer binnen, ik was moe, moe van deze dagen, die trouwens de beste van mijn leven waren, maar ook moe van alle starende blikken, die ik kreeg terwijl ik naar mijn kamer liep.
''Je bent terug,'' klonk een diepe stem.
Ik draaide mij om en rende op Benjamin af en hij nam mij in zijn armen en draaide een rondje, iets wat ik geweldig vond, zo voelde ik mij net een klein kind, heerlijk.
''Wow, jij bent blij mij te zien!'', riep hij verbaasd uit.
Het enige wat ik kon doen was lachen.
''Nu ben ik ook helemaal nat! Waarom ben je überhaupt zo nat?''
''Ik...'' Hoe moest ik dit uitleggen? Moest ik de waarheid vertellen, en mijn wilde avonturen verraden, of moest ik liegen? Hij was een goede vriend, en eigenlijk zou ik niet mogen liegen, maar ik weet niet precies hoe hij mij zag; als beste vriendin, zusje of als vriendin? Ik denk dat ik toch voor de waarheid ga: 1. omdat ik slecht kan liegen 2. omdat hij er toch wel achter komt 3. omdat ik geen andere verklaring wist voor mijn natheid.
''Ik ben in een fontein gevallen...'', zei ik beschaamd.
Hij keek mij fronsend aan, en glimlachte vervolgens.
''Ik heb je gemist Sophie, je vrolijkheid, je enthousiasme, je gekheid, je aanwezigheid.''
Ik kon hierop niks zeggen, alleen hem aanstaren, ik probeerde al zijn emoties te plaatsen, maar het lukte niet. Hij ging verder terwijl hij mij doordringend aanstaarde.
''Ik vreesde dat je nooit meer terug zou komen, dat je weggerend was, dat je op de één of andere manier een manier had gevonden om te vluchten.''
''Ik zal jou toch nooit hier achterlaten?''
''Ik weet het niet, dat dacht ik in de eerste instantie ook, maar je was zo boos toen je vertrok, dat ik niet meer wist wat ik moest denken, het spijt mij Sophie, van alles.''
Ik dacht na, na over de dag dat ik vertrok, het leken jaren geleden, maar het waren maar een paar dagen geleden. Ik werd herinnerd aan die verschrikkelijke ruzie, ik haat ruzie's.
''Sophie, het spijt mij zo erg, de volgende keer ga ik mee, beloofd, maar ik kon niet, en daar was een goede reden voor.''
''Een goede reden????'' Mijn woede begon weer op te borrelen, noemde hij 'extra-eten' een goede reden?
''Je snapt het niet! Het was niet wat je denkt dat het was, ik loog, het spijt mij en ik zal het nooit meer doen.''
''Je loog? Waarom? Wat is er mis met de waarheid? Hoe weet ik wanneer je de waarheid spreekt en niet? Kan ik je nog wel vertrouwen? Ben je nog wel wie je was?''
Een hoop vragen, en geen antwoord. Ik zag hem, hij had een twijfelende, maar tegelijkertijd vastberaden uitdrukking op zijn gezicht, wat had hij te verbergen? Er is iets gebeurd, hij houdt iets achter, ik weet het zeker.
''Wat is er gebeurd? Wat heb je dan gedaan? Waarom kon je niet mee?'', ik stelde deze vragen nu iets rustiger, hopend dat ik een eerlijk antwoord zou krijgen.
''Ik... Ik kan het je niet vertellen. Het spijt me, het spijt me zoveel Sophie, maar later zal je begrijpen waarom.
''Later? Je klinkt net als volwassenen die denken dat ze verstandig doen door dingen achter te houden, en te beloven het later te zeggen! Wat later alleen maar zorgt voor meer pijn, meer vragen, meer depressieviteit, net alsof je met iets compleet anders moet leven, terwijl je alleen maar een antwoord hebt gekregen op een stomme vraag!''
Hij keek mij gekwetst aan, maar ik had geen medelijden, hij had mij gekwetst, en ik was helemaal uit mijn goede humeur. Fijn, die twee leuke dagen zijn al helemaal vergeten en het lijkt net alsof ik wakker word in de realiteit, de depressieve duistere realiteit. Ik wil terug, terug naar het echte leven, naar de wereld waar dromen uit lijken te komen, waar je andere mensen kan ontmoeten, en je geluk kan delen. Maar dat was niet mogelijk, voorlopig niet, maar ik ga er alles aan doen om hier weg te kunnen, niet voor twee dagen, maar voor altijd. ALTIJD.

donderdag, maart 15

Sfeer

Sparkling fontain

Daar liep ik dan, van mijn laatste avond genietend door de stad met een jongen die ik amper kende. Dit is eigenlijk al de tweede keer dat dit voorkomt in 2 avonden, ik snap niet hoe ik dat kan laten gebeuren, normaal zou ik nooit meegegaan zijn, in beide gevallen niet, en elk normaal mens zou stug doorgelopen zijn. Maar het voelde alsof ik was veranderd, het maakte mij soms niks meer uit, ik wilde meer ontdekken van de wereld, de wereld proberen beter te begrijpen, dus een belangrijk begin zou waarschijnlijk de mensen begrijpen zijn. Dat was het belangrijkste van de wereld, maar ook het moeilijkste, iets wat geen mens ooit helemaal zou snappen, iets mysterieus waar je toch veel van kan leren, maar ieder mens is anders, en je snapt nooit iemand 100%, ook al heb je het gevoel van wel, er is altijd een vage kant, of je er nou achter komt of niet, hij is er.
Wat mij ook opviel was dat er een stilte viel gisteravond met Daan, maar dat dat nu niet het geval was, misschien lag het niet aan mij, of tenminste niet helemaal aan mij, maar ook aan hem. Wat een opluchting, want ik vrees altijd voor de stilte, ik was al bang dat ik met de stilte moest leven, maar gelukkig heeft hij mij ervan overtuigd dat dat niet zo is. Hij... Wat is zijn naam eigenlijk?
''Hoe heet je?'', onderbrak ik zijn verhaal. Hij keek eerst verbaasd, waarschijnlijk door deze vraag die uit het niets kwam, maar het moest er gewoon uit.
''Bart, en wie ben jij eigenlijk?'', hij keek mij glimlachend aan, hoe ik hem het liefste zag, glimlachend, zo lief, zo zorgzaam, net alsof al het kwaad uit de wereld was verdwenen.
''Sophie'', ik had de laatste tijd steeds de neiging om te liegen over mijn naam, maar die leek bijna helemaal verdwenen.
Bart ging verder met zijn verhaal en ik luisterde aandachtig, nou aandachtig kan ik het niet noemen, soms ving ik wat op, maar ik was erg in gedachten verzonken, zoals ik wel vaker was.
''Sophie, ga je mee naar binnen?'', Bart keek mij vragend aan en hield de deur open van een gezellig restaurantje.
''Ja, sorry, ik was een beetje aan het dromen'', verontschuldigde ik mij verlegen.
''Dus vertel eens wat over jezelf, ik heb al genoeg over mij verteld, maar ik heb nog niks over jou gehoord, behalve dat je Sophie heet en dat je vaak aan het dromen bent?''.
Ik keek Bart angstig aan, wat moest ik nu zeggen, ik had niks over mijzelf te zeggen, mijn leven was één grote vage toestand, en de dingen die wel duidelijk waren waren verschrikkelijk.
''Ik... wat moet ik vertellen?'' Bart zag waarschijnlijk dat ik nerveus was en besloot maar wat korte vragen te stellen.
''Waar kom je vandaan, je lijkt hier niet bekend?''
''Ik kom wel hiervandaan, maar ik kom in de stad zelf niet zo vaak''
''Dus wat heeft je hierheen gebracht en waarom kom je hier niet zo vaak?''
''Ik... moest er even tussenuit, ik kon zeg maar niet weg van de plaats waar ik was, behalve deze 2 dagen.''
''Het lijkt alsof je uit de gevangenis komt ofzo.'' Ik kleurde wit, nou niet echt kleuren, eerder dat de kleur uit mijn gezicht wegtrok, en Bart leek dit op te merken, hij merkte veel op, te veel. Het voelde inderdaad als een gevangenis, hij begreep mij, hij kon zich alles voorstellen, maar waarom?
''Grapje, het is toch niet echt zo?''
''Nee, sorry ik... heb het graag niet over mijzelf, het ligt een beetje gevoelig.''
Wow, dat kwam er meer depressief uit dan ik had gedacht.
Na een erg gezellig diner liepen we uiteindelijk door de verlichte straten van de stad. Ik heb nog nooit zo genoten van eten, samen met een jongen nog wel, die ik amper kende, waar ik op af ben gestapt, zonder enige vrees. Ik veranderde echt, misschien kom ik dan ook wel eerder uit dat krot.
We kwamen bij de fontein uit waar wij elkaar hadden ontmoet en hij spetterde mij nat, gelukkig was het warm, en was ik in de stemming, en zo begon ons water gevecht. Het liep af doordat ik hem per ongeluk in de fontein duwde, en hij mij meetrok. Het was zo gezellig met Bart, ik wilde niet weggaan, maar ik wist dat het moest.
''Ik moet maar eens gaan'', zei ik teleurgesteld.
''Je bent helemaal nat, kan ik je niet onderdak en droge kleren aanbieden?''
''Nee sorry, de tijd dringt, het spijt mij, ik zou graag meegegaan zijn.''
''Wanneer zie ik je weer?'', vroeg hij bijna wanhopig.
''Ik weet het niet...''
''Waarom?'', het leek alsof hij het probeerde te begrijpen maar het niet lukte, ik was niet echt een bepaald begrijpbaar persoon.
''Ik kan het je niet uitleggen, misschien een andere keer, als ik je ooit nog eens zie.''
''Mag ik je nummer?''
Na nummers uitgewisseld te hebben stond ik maar eens op van het randje van de fontein waar we op zaten.
''Ik wil zo graag nog een keer met je afspreken, maar onder de huidige omstandigheden lukt dat niet, het ligt echt niet aan jou, en ik hoop dat ik je ooit nog zie, bedankt voor één van de leukste avonden van mijn leven.'' Wow, ik klonk heel dramatisch, maar ik meende wat ik zei.
''Ik vond het ook gezellig, ik hoop echt dat we nog een keer kunnen afspreken.''
Hij keek mij aan en streek een pluk haar uit mijn gezicht.
''Je bent anders Sophie.''
Daarvoor was ik altijd bang geweest, hij heeft net alles verpest door dat te zeggen, ik heb altijd de vrees gehad dat mensen mij raar vinden en mij liever willen mijden.
''Op een goede manier, ik hou van anders, je bent zo echt, zo menselijk, maar anders tegelijk, alsof je van een hele andere wereld komt, en deze wereld met een andere blik ziet.''
Ik stond even stil van zijn woorden, wat moest ik hiervan denken? Ik voelde mij gevleid, dat zeker, maar wat hij precies hiermee bedoelde wist ik zo snel niet, het is alsof hij mij al jaren kent, terwijl ik hem pas één avond ken.
Hij drukte vluchtig zijn lippen op die van mij en wilde weglopen, maar één ding weet ik wel hoe ik moet reageren als jongens dat doen. Ik draaide hem om en zoende hem op zijn lippen, het was alsof ik inderdaad altijd in een andere wereld heb geleefd, maar nu eruit stap en in een nieuwe wereld terechtkwam, een betere, waar ik kon zweven, ik was zo licht door alle zorgen die weg waren. Ik voelde mij geweldig. Één ding zal ik altijd onthouden: deze plek, met deze fontein.

zaterdag, maart 10

Sfeer

Warme zomerbries

Ik nam plaats op één van de vele terrasjes en dronk mijn drankje, terwijl ik mensen bekeek die rondliepen. Sommigen waren haastig op weg naar iets, met hun kinderen erachter aan slepend, en anderen waren weer keurig in mantelpakje en al, waarschijnlijk op weg naar hun werk. Wat mij opviel was dat bijna iedereen een uitgeputte dode gezichtsuitdrukking had, en niet eens tijd hadden om te genieten van het lekkere weer. Volgens mij zit het in de natuur van de mens om zich altijd te haasten, en zich te richten op de toekomst, maar dat je door het vooruitdenken niet kunt genieten van het moment zelf, en zo chagrijnig sterft. Dan zijn er nog mensen die hierachter komen, en meer gaan genieten, maar dat zijn maar die kleine aantallen en die kleine momentjes waarover ik het heb. Het klinkt allemaal heel depressief, en meestal ben ik wel een optimistisch persoon, maar het is zo, dit is hoe ik de wereld zie, de wereld van de overhaaste mensen die niet op de goede manier leven, niet dat ik dat deed, maar toch. Als ik ooit vrij ben, denk ik dat ik mensen ga helpen, hen de ogen openen, en vooral laten genieten van het leven, want wat is er nou belangrijker? Het leven is toch om te genieten, waarvoor doe je al de dingen in het leven anders? Alles komt er op neer, dat je probeert zo goed mogelijk te leven, maar hoe kan je die taak volbrengen als je niet kunt genieten van het leven? Als je die kleine dingen niet ziet die juist het geluk in je leven brengen, als je te overhaastig bent en alleen de negatieve dingen ziet? Wat heeft het leven dan voor een zin? Je schiet er niets mee op om alleen aan de toekomst te denken, dus leef je leven voor het moment, dat zal ook in de toekomst leuke dingen brengen.
Mijn blik viel op een jongen die bij de fontein zat, hij spetterde een klein meisje nat, en barstte vervolgens in lachen uit. De spetters vlogen heen en weer, en werden verlicht door de zon, wat een mooie gloed gaf. Zouden zij gelukkig zijn in die kleine momenten? Ik bleef staren, en kon mijn blik er niet vanaf houden, bij deze jongen was het anders, alsof hij geen zorgen had.
Ik betaalde de rekening en stapte op de jongen af, iets wat ik nog nooit gedaan had. Het bracht al gelijk een ongemakkelijke situatie, hoe moest ik beginnen? Wat wilde ik eigenlijk van hem?
'Hallo?' Ik schrok wakkeruit mijn gedachten en wist niet meer waarmee ik bezig was.
'Hallo, sorry... ik... ik...', ik stotterde maar wat en wist niet wat hij van mij zou denken. Waarschijnlijk dat ik één of andere gek ben. Maar hij bleef mij onderzoekend aankijken, en glimlachte de hele tijd door, alsof hij wist wat ik wilde zeggen. Oké, als ik nu niks ga zeggen zet ik mijzelf alleen nog meer voorschut. Ik begin maar eens met de waarheid, als ik die zelf tenminste wist. 'Ik zag je zitten, en je...' En wat eigenlijk? Wat bezielde mij dat ik hieraan begonnen ben? Ik heb dat wel jaren geen sociaal contact gehad, maar dit ging toch echt te ver. Gelukkig voelde de jongen dat het ongemakkelijk voor mij werd en nam het woord. 'Wil je misschien vanavond met mij wat dingen doen? Ik kan je de stad laten zien, als je die nog niet kent tenminste.'

Sfeer

Fel daglicht

Ik werd de volgende ochtend wakker, tenminste ik dacht dat het ochtend was. Waar was ik? Ik kan nog vage beelden herinneren van de nacht in de discotheek, maar niet alles was duidelijk. Ik pakte mijn mobiel en zag dat het 12 uur was, wat mij opviel was dat ik geen smsje had van Benjamin, wat mij teleurstelde. Was het dan toch ik die fout zat? Nee, zo zit het niet Sophie, moedigde ik mijzelf aan. Wat een zielig persoon ben ik, als iemand mijn gedachten zou kunnen lezen zou ik diegene zo afschrikken, maar de wereld heeft zo zijn typetjes nodig. Ik stapte uit bed en keek goed om mij heen, ik liep naar het raam toe en keek naar buiten, alweer lekker weer vandaag, dat geeft mij een vrolijk gevoel. Ik kan niks meer herinneren van hier beland zijn, er moet hier ergens een aanwijzing liggen, ik voel het. En alsof mijn gedachten uitkwamen, viel mijn blik op een klein geel briefje, in keurige letters geschreven: Je was in slaap gevallen in de auto, ik wilde je niet wakker maken dus bracht ik je naar dit hotel, aangezien je had verteld dat je niet thuis kon slapen... Ik hoop dat we elkaar nog een keer kunnen ontmoeten, Liefs Lars. Ah, dat was best schattig, maar in welk hotel zat ik? Het was geen slecht hotel, dat moest ik toegeven. Ik had medelijden met hem, want ik wist dat ik hem eigenlijk niet meer ging zien, ik had er niet meer de kans voor, en dus ook niet om hem te bedanken.
Ik sprong snel onder de douche en ging maar eens kijken of er ontbijt bij zit. Tot mijn opluchting lagen er nog wat broodjes.
Ik stapte naar buiten en besloot eens wat nieuwe kleding te kopen, ik had er immers nooit de kans voor gehad en aangezien deze redelijk vies waren kon ik het gelijk daarna aantrekken.
Winkel in, winkel uit. Volgens mij leek ik net een shopaholic die zich maanden heeft moeten inhouden en nu los kon barsten, of juist een klein kind wat net 'de winkel' heeft ontdekt. Na een leuke outfit te hebben gescoord met schoenen en al, kleedde ik mij snel om in een te klein toilethokje. Ik propte mijn kleren in mijn nieuwe tas en ging maar even snel lunchen en genieten van de laatste paar uurtjes vrij zijn in de wijde wereld. Hoeveel van deze wereld heb ik eigenlijk gezien? Niet eens buiten het land, ik wist nergens wat vanaf en daar baalde ik van. Het liefst zou ik de hele wereld rondreizen, en alles willen zien. Ik was daar wel het nieuwsgierige type voor, maar ik zat opgesloten, waarschijnlijk voor heel mijn leven...

woensdag, februari 15

Sfeer

Disco light

Ik liep achter Daan aan, en we kwamen uiteindelijk bij een kleine uitziende discotheek aan. Heel de weg was er een stilte, maar geen akelige stilte, een fijne stilte, want dat was wat ik nodig had, ik moest goed nadenken wat ik precies aan het doen was, maar ik wist niet waarom, maar ik had nog steeds geen spijt dat ik mee ben gegaan. We gingen door een soort vip ingang en kwamen zo bij de kapstokken uit, waar ik mijn jas aangaf. We liepen een deur binnen, en mijn mond viel open van verbazing. Van buiten zag het er kleinschalig uit, maar van binnen was het groot en luxe. Links midden stond er een ronde bar en rechts tegen de muur was er een lounge ruimte met bankjes. Voorin stond de dj op een podium waaromheen weer mensen dansten. Alleen al het aanzicht maakte mij vrolijk, en ik stond als een gek te staren. 'Uh... wat was je naam ook alweer?', vroeg Daan verlegen. 'Sophie', antwoordde ik nog half in trans. 'Vind je het leuk Sophie? Het lijkt net alsof je nog nooit in een discotheek bent geweest?'. Oeps. Wat moest ik hierop antwoorden? De waarheid, of gewoon over alles liegen? Ik vind liegen altijd zo een naar woord, ik noem het zelf toch liever de waarheid verdraaien. 'Ik...' Ik wist niet precies wat ik wilde zeggen maar gelukkig onderbrak Daan mij al. 'Laat maar, het is niet van belang, kom mee dan stel ik je voor aan mijn vrienden.' Ik liep Daan braaf achterna, door alle dansende mensen, terwijl ik gefascineerd rondkeek en de mensen aandachtig bekeek. Ik werd uit mijn trans gehaald door een stel jongens die mij onderzoekend aankeken. Daan stelde mij voor, waarna één van zijn vrienden mij ten dans vroeg. Natuurlijk was ik wel eerder in disco's geweest, maar niet vaak, en het was zo lang geleden. Ik voelde mij niet op mijn gemak, maar besloot toch het aanbod aan te nemen. 'Sophie, kom je hier wel eens vaker?', vroeg de jongen die volgens mij Lars heette. 'Nee... ik kom in het algemeen niet vaak in deze buurt.' 'Waar kom je dan vandaan?'. Deze jongen was te nieuwsgierig, iets wat ik nu niet kon gebruiken. 'Niet van hier.' De jongen keek mij raar aan, maar begreep dat ik er niks over los wilde laten. Ik ging verder met dansen en vergat alles om mij heen, alleen ik, plezier makend in een discotheek, zoals het eigenlijk hoorde.

vrijdag, februari 3

Sfeer

Schemering

Ik liep een gezellig uitziend cafétje binnen en bestelde wat. Ik genoot van alles, de gezellige sfeer van pratende mensen, maar ook van het knusse cafétje. Ik vond het geweldig om mensen te bekijken, om elke beweging te volgen, en zoveel mogelijk over die persoon te weten te komen, alleen maar door de gezichtsuitdrukking of de bewegingen. Ik had mensenkennis, of ik dacht tenminste dat ik dat had. Ik heb genoeg tijd gehad om dat te oefenen en ontdekken, hoewel het in mijn geval niet altijd moeilijk is, aangezien iedereen in mijn buurt zo ongeveer depressief was.
Toen viel mijn blik op een jongen. Hij zat afwezig in zijn kopje koffie te roeren en staarde ernaar alsof het heel fascinerend was. Misschien was dat het wel, voor mij wel tenminste. Hoe lang ik ook bleef kijken, hij keek nooit op of stopte met zijn bezigheid. Het begon mij bijna te irriteren, hoe lang zit hij daar wel al niet en heeft hij überhaupt al een slok genomen? Hij ging het in ieder geval niet nu doen. Toen keek hij plotseling op en zijn blik kruiste die van mij. We keken elkaar even doordringend aan, het leek alsof we elkaar al kenden, ik kon bijna niet wegkijken, het leek net alsof hij mij met zijn blik gevangen hield. Plotseling schrok ik op van een stem.
'Wilt u nog wat bestellen, mevrouw?', klonk een neppe, opgezette vriendelijke stem.
'Alleen de rekening, graag', antwoordde ik mijn blik afwijkend van de jongen.
'Komt eraan.' En hoe snel ze was gekomen was ze ook weer weg.
Nadat ik de rekening had betaald stond ik op en liep naar buiten, ik liet mij alweer meevoeren door de stroom mensen. Ik voelde mij zo vrij en gelukkig op dit moment, hoewel gezelschap altijd wel van pas zou komen.
Op een gegeven moment wist ik niet meer waar ik precies heen moest lopen, dus liep ik maar wat smallere straatjes in. Mmm... Niet mijn beste keuze, het was hier een beetje eng.
Plotseling voelde ik een hand op mijn schouder. Ik draaide me met een ruk om en keek rechtstreeks in twee felgroene ogen. 'Wat?', riep ik zo heldhaftig mogelijk uit, mijn angst onderdrukkend. 'Sorry, ik wilde je niet laten schrikken.' Zijn stem was zo mooi, zo zacht en rustgevend. 'Ik...', wat moest ik hierop antwoorden? Ik wist even niet meer wat ik moest zeggen en de jongen keek mij verwachtingsvol aan. 'Wie ben je en waarom volg je mij?', vraag ik op een achterdochtige manier. Ik wist niet waarom, maar hij moest mij wel zijn gevolgd, na onze 'ontmoeting' in het café had ik niet eens door gehad dat hij ook wegging. 'Ik zag je kijken, en je trok mijn aandacht wel, dus ik dacht misschien wil je vanavond mee naar een feest?'. Oké, dit was raar, ik weet niet of ik hem moet vertrouwen. 'Ik ben trouwens Daan.' Ik moest eerst alles tot mij door laten dringen, dit was heel raar. Waarom zou iemand die mij niet kent mij achtervolgen en gelijk meevragen naar één of ander feest? Ik zou wel gek zijn als ik daarop ja zou zeggen. Misschien zit ik daarom ook wel in een soort van gesticht. Want iets in deze jongen trok mijn aandacht, iets in mij zei dat ik hem beter wil leren kennen.

donderdag, januari 19

Sfeer

Braziliaanse muziek

Vandaag de dag zou de geschiedenis in gaan. Ik had na eindeloze lange dagen eindelijk genoeg punten gespaard voor wat ik het meest verlangde: twee dagen, 1 nacht, vrijheid. Weg van dit vreselijke gebouw, weg van deze vreselijke mensen, weg van deze vreselijke gedachten. Ik heb dit maar één keer eerder gedaan sinds ik hier beland ben, en het was geweldig. Alsof je alles vergeet, en in een totaal nieuw leven stapt, ik was bijna vergeten om terug te gaan, maar ik moest wel, anders zou ik in de problemen komen. Ik had nog maar één zorg voor deze dag: mijn medevrijheidsganger. Niet dat dat het is hoe ze het hier noemen, maar ik vond het een passende naam. Ik wist gelijk wie ik mee zou vragen en rende naar mijn favoriete persoon.
'Boe!', riep ik vrolijk.
'Sophie!', hij draaide zich meteen om en keek mij verbaasd aan.
Na mij goed bestudeerd te hebben nam hij uiteindelijk het woord:
'Hoe kom jij zo vrolijk?'
'Ik ga morgen weg', zei ik op een botte toon.
'Wat...?', hij kneep zijn ogen samen om te zien of ik het meende, maar kon niks van mijn gezicht aflezen.
'Ik ga maar voor 2 dagen de vrijheid in!', verklaarde ik snel.
'Ow, ik dacht al... want ik kan het niet hier zonder jou uithouden!'
'Ik zou je toch nooit zo snel zonder afscheid achterlaten?'
'Ik weet het nooit bij jou...'
'Wat zei je?', antwoordde ik op een strenge toon.
We schoten allebei in de lach.
'Maar...', begon ik.
'Maar...', imiteerde hij mij.
'Weet je onze afspraak nog?'
Hij keek bedenkelijk na, maar na enkele seconden veranderde zijn gezichtsuitdrukking in iets wat ik niet kon plaatsen.
'Ik...', stamelde hij.
'Wat is er aan de hand?', antwoordde ik fel, nu was ik bang, heel bang, nu stond híj op het moment om alles te verpesten. Mijn vrolijkheid was als sneeuw voor de zon verdwenen, mijn keel werd langzamer steeds droger en droger, dat ik bijna niet meer wist hoe ik moest slikken.
'Het spijt mij Sophie...'
'Het spijt mij? Het spijt mij? Wat heeft dit te betekenen? Afspraak is afspraak Benjamin!', begon ik nu te schreeuwen.
Hij keek mij gekwetst aan, maar het kon mij niet meer schelen. Hij had het verpest, alles. Heel mijn leven leek in duigen te vallen, alsof ik geen doel meer had om te leven. Van deze plek werd je echt depressief, en wat ik nu net nodig had is frisse lucht, mensen om mij heen, normale mensen, niet half gestoorde.
'Sophie...', hij sprak mijn naam op een moeilijke manier uit, alsof ik een klein kind was wat alles steeds weer opnieuw fout deed, maar ik deed hier niks fout, hij deed het hier fout.
Ik draaide mijn hoofd nors van hem weg. Hij legde zijn hand op mijn wang en probeerde mijn hoofd in zijn richting te draaien, maar ik werkte niet bepaald mee.
'Ik... wil mijn punten liever uitgeven aan extra eten, ik sterf hier van de honger.'
Als hij dit meende, ging hij echt eraan.
'ETEN?', dus je vindt eten belangrijker dan ik?'. Ik zuchtte diep, dit kon niet waar zijn, en ik zag het aan hem, ik was zijn beste vriendin, misschien wel meer dan dat, maar hij loog.
'Waarom? Waarom lieg je tegen mij?', zei ik met tranen in mijn ogen.
Benjamin keek mij gekwetst aan, maar daarvoor was het nu te laat. Zijn stomme mooie ogen, met die stomme mooie twinkeling.
'Ik heb mijn punten al uitgegeven, laatst, ik had zo een honger, het spijt mij Sophie, maar ik kan niet mee.'
Ik was woedend, ik geloofde hem nog steeds niet, maar als hij het nu niet zei, zei hij het nooit. Niet op dit moment in ieder geval. Ik stampte woedend weg. Wat moest ik nu doen? Wachten tot hij toch mee zou gaan, of in mijn eentje gaan? Straks is het niet leuk in mijn eentje en is alles verspild...
Uiteindelijk liep ik toch naar het loket toe, na mij goed aangekleed te hebben en een tas te hebben gepakt.
'Ik wil graag naar buiten toe, mevrouw', vroeg ik zo net mogelijk, want als je dat niet deed, dan kon je het hier wel schudden.
'Hoelang?', vroeg ze nors.
'Voor 2 dagen, mevrouw'.
'Zozo meisje, jij hebt flink door gespaard, kun je dat wel betalen?'
'Ja, mevrouw'.
'Naam?'
'Heb ik niet.'
'Geen grapjes, of je kan het wel schudden.'
'34714, mevrouw.'
'Dat is geen naam!'
'Maar die heb ik niet mevrouw!'
'Iedereen heeft een naam!'
Op deze manier ging het niet werken, ik was niet eens buiten en ik had al problemen.
'Sorry mevrouw, ik was even de weg kwijt, ik was er niet bij met mijn gedachten.'
Ze keek mij alsnog nors aan, dit ging moeilijk worden, zeer moeilijk, waarom maakte je het altijd voor jezelf zo moeilijk Sophie? Waarom?
'Ik heet Anne', loog ik.
'Hmm... Dus Anne, wat was je nummer ook al weer?'
Ik herhaalde mijn nummer en praatte zo lief en beleefd mogelijk.
'Je puntenaantal is groot genoeg om te gaan, ik trek het er nu van af en dan mag je gaan, nadat er een signaal arband omgedaan is.'
'Oke, bedankt mevrouw.'
Ik volgde de norse bewaker en mijn 'armband' werd omgedaan. Gelukkig was het ding niet zo groot en opvallend, zodat ik het snel onder mijn vestje kon verbergen.
'Je mag gaan', antwoordde de bewaker zo chagrijnig dat ik er bijna om moest lachen.
Daar ging ik dan, ik opende de deuren en stapte de frisse buiten lucht in.
Ik voelde de warme lucht langs mijn huid strijken, ik hoorde de vogeltjes fluiten, ik rook de geur van de frisse natuur. Ik had binnen niet eens doorgehad dat het zo lekker weer was, waarop ik automatisch mijn vestje uittrok en om mijn middel bond. Ik stapte het rustige parkje door genietend van de natuur. Uitgekomen in het centrum liep ik door de drukke stroom met mensen. Ik had geen idee waar ik heen moest gaan, maar liet mij gewoon meevoeren met de stroom. Ik voelde mij zo gelukkig.